Parlement keurt vierde voorlopige twaalfden goed, Gatz hamert op collectieve verantwoordelijkheid
Het Brussels Parlement keurde vandaag de financiënordonnantie goed voor de voorlopige twaalfden voor de maanden oktober, november en december 2025.
De minister herinnerde eraan dat de regering op 12 juni het duidelijke doel heeft gesteld om het begrotingstekort in 2025 te beperken tot maximaal 1,2 miljard euro. De huidige ordonnantie is daarbij een cruciaal instrument, al zal de uiteindelijke realisatie onder meer afhangen van de manier waarop met de provisies wordt omgegaan.
“Een beroep doen op deze provisies kan pas na volledige controle door Inspectie van Financiën en de uiteindelijke goedkeuring van de Ministerraad. Verder zal er moeten gekeken worden of de middelen kunnen gecompenseerd worden binnen het eigen budget van de bevoegde minister zodat de impact op het tekort minimaal blijft,” benadrukte Gatz.
De minister wees er ook op dat het behalen van deze doelstelling niet enkel een verantwoordelijkheid van de minister van begroting is, maar een gedeelde opdracht:
“Veel zal afhangen van de bereidheid van elke individueel lid van de regering. Er zijn duidelijke afspraken gemaakt en door iedereen onderschreven. Nu is het tijd om over te gaan tot daden.”
Daarnaast verwees Sven Gatz naar de beslissing van het ratingagentschap S&P, dat in juni de kredietwaardigheid van de het gewest verlaagde van A+ naar A. Volgens de minister stond het parlement toen mede aan de basis van de oplopende tekorten in 2024.
“Maandag komt S&P opnieuw langs. We moeten ons de vraag stellen welk signaal we hen willen geven. Zijn we bereid om samen koers te houden en onze geloofwaardigheid te behouden? Of zorgen parlementaire amendementen er wederom voor dat onze budgettaire positie verzwakt met alle gevolgen van dien?”
Minister Gatz besloot met de belofte om, in lopende zaken, alles in het werk te stellen om het tekort zo dicht mogelijk bij 1,2 miljard euro te houden, en riep het parlement op om de afspraken te respecteren.
Sheraz Rafi