Minister Gatz: “Volledige transparantie in financieel beheer van het Brussels Gewest”

Alle beschikbare financiële informatie is steeds volledig gedeeld, zowel met het Brussels Parlement als met externe partners die betrokken zijn bij de evaluatie van de financiële positie van het Gewest. Op geen enkel moment werd een gunstiger beeld geschetst van de begrotings- of schuldcijfers.

De auteurs van de artikels suggereren dat het Gewest een specifieke methodologie hanteert om de totale schuld kleiner voor te stellen dan ze is. In werkelijkheid tonen de cijfers aan dat in 2017, 2018, 2019, 2021 en 2022 de schuld volgens de berekeningen van het Gewest juist hoger uitkwam dan die van de Nationale Bank, en dat met exact dezelfde methodologie die nu in twijfel wordt getrokken.

Bovendien werkt de Brusselse regering met een meerjarenbegroting die volledig is afgestemd op de adviezen van de Hoge Raad van Financiën. De meest recente begroting, die in december 2023 door het parlement werd goedgekeurd, loopt tot 2027. Vanaf het begin is duidelijk en transparant gecommuniceerd over de noodzakelijke besparingen om de begrotingsdoelstellingen te halen. Een meerjarenbegroting is per definitie een projectie waarin nog te realiseren effecten worden opgenomen, zoals ook op federaal niveau gebruikelijk is.

Ten slotte, in de rapportering aan financiële partners en het ratingbureau is ook steeds volledige transparantie betracht. Beide partijen zijn volledig op de hoogte dat de EIB- en CEB-lijnen gekoppeld zijn aan specifieke projecten. Het Gewest beschikte bij elke opname over ruime liquiditeitsreserves en heeft de middelen nooit ingezet om liquiditeitstekorten op te vangen. Bovendien werden deze middelen gradueel ingezet, wat getuigt van goed bestuur. Dit wordt bevestigd door kredietbeoordelaar Standard & Poor’s, die net als de andere financiële partners, volledig op de hoogte is van het gebruik van deze kredietlijnen. Sinds 2022, nog vóór de opzet van de eerste EIB-lijn, heeft het ratingbureau bovendien bevestigd dat deze lijnen terecht worden meegenomen in de berekening van de liquiditeit.

In de respectieve artikels worden een aantal beweringen gedaan die niet stroken met de feiten en die een onjuist beeld schetsen van het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en zijn administratie.

Minister Gatz erkent wel dat de huidige schuldpositie van het Brussels Gewest op termijn onder druk kan komen te staan. Indien er niet tijdig structurele hervormingen en besparingen worden gedaan, bestaat het risico op een liquiditeitscrisis.