Brusselse regering keurt indexering op tarieven MIVB en BIV goed
De Brusselse regering kwam vandaag tot een akkoord over het voorontwerp van ordonnantie met als doel de Belasting op Inverkeerstelling (BIV) te onderwerpen aan een indexering. Net zoals de tarieven van de MIVB geïndexeerd zullen worden, komt er ook een indexering voor nieuwe ingeschreven voertuigen in het Brussels Gewest. Deze beslissing is een uitvoering van een princiepsbeslissing die werd genomen tijdens het voorbije begrotingsconclaaf.
De afgelopen jaren werd het Brussels Gewest geconfronteerd met een aantal crisissen die belangrijke gevolgen hadden voor de begroting. Zo zorgde de coronacrisis ervoor dat de regering hulpmaatregelen moest nemen van fiscale aard (opschorting van bepaalde belastingen zoals de belasting op de inrichtingen van toeristisch logies) als van niet-fiscale aard (huurpremie-COVID voor mensen die tijdelijk werkloos zijn of genieten van een overbruggingsrecht, premie ter ondersteuning van ondernemingen, etc.). De daaropvolgende energiecrisis heeft dan weer geleid tot een een belangrijke verhoging van de werkingskosten van het Gewest en zijn instellingen.
De opeenvolgende sterke indexeringen op het vlak van de uitgaven van het Gewest wegen zwaar op het budget. Daarom stelt de regering voor om de belasting op inverkeerstelling te indexeren.
Brussels minister van Begroting Sven Gatz: “Het is logisch dat we de indexering op de tarieven van de MIVB ook doortrekken naar de Belasting op Inverkeerstelling voor wagens. In tegenstelling tot de jaarlijkse verkeersbelasting, wordt de BIV nu niet jaarlijks geïndexeerd. De BIV is slechts bij één gelegenheid verschuldigd, namelijk bij de inschrijving van het voertuig.”
De indexering is van toepassing op wagens die worden ingeschreven vanaf 1 juli 2024.
Eva Vanhengel