Warme overdracht provinciale bevoegdheden: ook voor kleinere spelers
Vlaams minister van Cultuur Sven Gatz heeft beslist om voor een totaalbedrag van 1.678.801 euro subsidies toe te kennen aan 132 culturele projecten van bovenlokaal belang. Het transitiereglement is één van de overgangsmaatregelen die minister Gatz heeft genomen in het kader van de afslanking van de provincies voor de persoonsgebonden bevoegdheid ‘cultuur’. In 2020 komt er een nieuw decreet Cultuurbeleid waarop organisaties zowel voor structurele als projectsubsidies kunnen intekenen.
In het kader van de afslanking van de provincies op het vlak van de persoonsgebonden bevoegdheid ‘cultuur’, kondigde minister Gatz al de verdere subsidiëring aan van de initiatieven die de provincies overdragen. De structurele provinciale subsidies betaalt de Vlaamse overheid voor 2018 en 2019 verder uit. Voor de projectsubsidies kwam er, in afwachting van het nieuw decreet cultuurbeleid, een transitiereglement voor 2018 en 2019. Culturele projecten kunnen in die periode vier keer subsidies aanvragen.
Sven Gatz: “Met de toekenning van deze projectsubsidies ondersteunen we ook bovenlokale projecten verder. Zowel reeds bestaande als nieuwe projecten komen aan bod. Naast de bestaande Vlaamse decreten waarbinnen professionele organisaties subsidies krijgen, zijn op deze manier ook kleinere spelers verzekerd van een Vlaamse ondersteuning.”
Voor deze eerste ronde in het transitiereglement werden 209 dossiers ingediend. 132 projecten krijgen steun voor een totaal bedrag van 1.678.801 euro. Het grootste deel van de projecten situeert zich in de Kunstensector (32%), gevolgd door de Amateurkunstensector (17,5%). Daarnaast bevindt een grote groep projecten zich binnen de Cultureel-Erfgoedsector (12%), het Lokaal Cultuurbeleid (11,5%), het Sociaal-Cultureel Volwassenenwerk (11,5%) en tot slot de Circussector (4,5%).
De meeste goedgekeurde projecten komen uit de provincie Antwerpen (31%) en Oost-Vlaanderen (26%), gevolgd door Vlaams-Brabant (14%), West-Vlaanderen (13%), Limburg (12%) en Brussel (4%). Kijken we naar de spreiding van de toegekende bedragen, dan blijven de verhoudingen grotendeels behouden.
Voor de beoordeling van de subsidiedossiers binnen de eerste ronde van het transitiereglement heeft het departement CJM intensief samengewerkt met de collega’s van de departementen cultuur van de provincies. Zo kon de ruime dossierkennis die de provinciemedewerkers over de jaren heen hebben opgebouwd maximaal worden ingezet. Daardoor kregen de dossiers een optimale beoordeling, rekening houdend met hun voorgeschiedenis en een evenwichtige spreiding over de regio’s en de culturele sectoren in Vlaanderen. De minister heeft het advies van het departement gevolgd.
Meer informatie over de overheveling van de provinciale bevoegdheden: Klik hier
Stand van zaken afslanking provincies: klik hier