Waarom de democratie geen schrik moet hebben van zichzelf

Het einde van de democratie wordt dezer dagen voorspeld. Eens te meer. Nochtans heeft onze staatsvorm al veel stormen doorstaan. Deze keer is de aanleiding het opperen van de aanstelling van een klimaatintendant en bij uitbreiding de hele burgerparticipatie die daarbij om de hoek komt kijken. Volgens onder meer Joël De Ceulaer dreigt zo’n klimaatintendant het primaat van de politiek in het bijzonder en de democratie in het algemeen uit te hollen (DM 4/3). Immers, waarom hebben we dan nog ministers nodig?

Toch hebben we al goede ervaringen met politieke intendanten gehad: de Oosterweel-knoop werd recent mee ontward door zo’n kundige intendant. Al zou men daar tegenin kunnen brengen dat dit een te particulier en beperkt onderwerp was. Daarom keer ik even terug in de tijd: eind jaren 80, begin jaren 90 had dit land een Koninklijk Commissaris (what’s in a name?) voor het Migrantenbeleid. Hoewel die niet alle problemen heeft kunnen oplossen, was dit mandaat zonder meer maatschappelijk nuttig.

En dat geldt bij uitbreiding evenzeer voor alle vormen van overleg die de burger dichter bij het beleid brengen. Mag ik even mijn vier burgerkabinetten (cultuur, jeugd, Brussel en media – www.burgerkabinet.be) in herinnering brengen? Telkens gingen meer dan duizend burgers met een thema digitaal gedurende enkele weken aan de slag en ruim honderd deelnemers kwamen ook fysiek samen; met concrete aanbevelingen voor het beleid, niet met de strijdbijl maar in overleg. Opvallend was dat telkens 60 tot 80 procent van die wensen en eisen niet zo moeilijk in beleid om te zetten waren. Met de laatste 20 procent wringt het soms, maar dat is in een parlementair democratisch proces evenzeer zo.

Wat hebben een klimaatintendant en een burgerkabinet nu eigenlijk gemeen? Dat ze beide inspelen op het open en zelfs kwetsbare aspect van een democratie. En vooral dat een politiek resultaat een groter en sterker draagvlak heeft dan enkel via een parlement en een regering. In een democratie verhouden resultaat en draagvlak zich recht evenredig tot elkaar. Snelheid maakt geen deel uit van die equatie. Anders gezegd: in een democratie moet je soms een omweg nemen en tijd durven verliezen voor een beter resultaat en een solider draagvlak. Dat is de essentie van een democratie, niet haar negatie.

Wat betekent dit nu concreet vandaag voor de klimaatintendant en burgerbetrokkenheid? Dat een uittredende regering – of ze nu Vlaams of federaal is – wel al het lastenboek voor zo’n klimaatintendant kan opstellen. De volgende regering kan dan beslissen. Dat mandaat moet wel goed omschreven worden, het moet zeker beperkt zijn in de tijd en qua profiel moet het absoluut gaan om iemand die in de schaduw wil en kan werken, moet werken ook. Dat is nu net het primair verschil tussen een minister en een intendant: de eerste is democratisch verplicht om permanent in de schijnwerpers te werken, de tweede kan ondersteunend en in de luwte naar oplossingen zoeken. Zoals bijvoorbeeld een sociaal bemiddelaar dat bij sociale conflicten doet.

En laat daar alsjeblieft ook meer burgerparticipatie bij aansluiten. Een goede klimaatintendant zal zoiets ook automatisch doen. Zo kunnen bijvoorbeeld voor de eerste keer klimaatjongeren en gele hesjes samenwerken in een burgerkabinet. En gaan we de fragmentering van de democratie tegen. En dagen we burgers ook constructief uit: je democratische recht om te betogen is een feit, maar je democratische plicht om aan politici meer te zeggen dan enkel dat ze ‘meer’ moeten doen (‘meer voor het klimaat’, ‘meer voor de koopkracht’) is dat evenzeer. Democratische besluitvorming is geen outsourcing aan een regering of een minister, het is een collectief proces.

Een klimaatintendant of een burgerkabinet zijn dus geen concurrentie voor ‘de’ politiek, parlement en regering. Ze kunnen er net de beste bondgenoot van zijn of worden. Zolang ieders rol duidelijk is en de eindverantwoordelijkheid bij de politiek blijft. Want ook dat is de essentie van de democratie.

Over Sven Gatz

Sven Gatz
Brussels minister van Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken, Meertaligheid en Nederlandstalig Onderwijs

Kunstlaan 9
1210 Brussel