Vlaming is nog steeds cultuurliefhebber

Vandaag werden in de Bijloke in Gent de resultaten van de ‘Participatiesurvey 2014’ voorgesteld. Dat is een grootschalig onderzoek naar de participatie van Vlamingen aan sociale, culturele en sportieve activiteiten. Na eerdere versies in 2004 en in 2009, vond het onderzoek vorig jaar voor de derde keer in 10 jaar plaats

Uit de studie blijkt dat de participatie van Vlamingen aan kunst- en cultuuractiviteiten stabiel blijft, in tegenstelling tot wat werd vastgesteld voor de VS of Nederland. 75% van de Vlamingen neemt in meer of mindere mate deel aan culturele activiteiten.

Toch zijn er ook nog verschillende groepen die niet of nauwelijks participeren. De lageropgeleiden blijven een moeilijk bereikbare groep en ook oudere leeftijdsgroepen haken vaak af. Jongere generaties nemen, over de tijd heen, minder deel aan theater- en dansvoorstellingen en gaan minder naar kunstmusea en klassieke concerten dan de oudere generaties. Er wordt ook vastgesteld dat de sociale kloof in participatie erg groot blijft, zowel binnen de cultuursector als in het verenigingsleven. 

“Ik ben blij dat heel wat Vlamingen op verschillende manieren blijven deelnemen aan cultuur” zegt minister Sven Gatz. “Maar in een steeds sneller veranderende samenleving is participeren niet altijd evident. Daarom werken we aan een nieuw decretaal kader dat het sociaal cultureel werk moet versterken en met nieuwe werkvormen op moeilijk bereikbare groepen mikt.”

Een belangrijke reden om niet deel te nemen aan kunst en cultuur is desinteresse. Dat geldt vooral bij laaggeschoolden, waar bv. 80% aangeeft niet naar theater te gaan omdat theater hen niet interesseert. Financiële drempels spelen minder een rol dan opleiding. 

Vroeg begonnen is half gewonnen, zo toont de studie aan. Hoe jonger je aan cultuur begint, hoe meer je er later van blijft genieten. Cultuureducatie en -communicatie zijn sterke blaasbalgen om het culturele vuur aan te wakkeren. Uit de studie blijkt dat ouders vooral inzetten op de cultuurparticipatie van hun kinderen wanneer deze tussen 6 en 12 jaar zijn (lagere schoolleeftijd). Op deze jongere leeftijd worden kinderen makkelijker betrokken bij culturele activiteiten via hun ouders en via de school. Tijdens de adolescentie worden jongeren minder actief gestimuleerd door de ouders. 

“Kennis, ervaringen en vaardigheden om cultuur te begrijpen en te appreciëren zouden vanaf jonge leeftijd gestimuleerd moeten worden,” meent Gatz. “Cultureel kapitaal leidt tot hogere participatie. Daarom wil ik samen met minister van Onderwijs Hilde Crevits en de sector bekijken hoe cultuureducatie op school en binnen elke opleiding kan worden gestimuleerd.” 

Opmerkelijk zijn ook de resultaten over het bibliotheekbezoek van Vlamingen. Uit de studie blijkt dat minder mensen een boek uitlenen. Vooral jongeren brengen een bezoek aan de bib, mannen en laaggeschoolden doen dat dan weer veel minder. “Bibliotheken staan voor een uitdaging, maar zijn en blijven een belangrijke ontmoetingsplek waar iedereen terecht kan voor zowel print als digitale content, begeleiding en advies. Jong en oud kunnen er studeren of werken, zich ontspannen en informatie vergaren. In deze digitale samenleving is voor de bib een belangrijke rol weggelegd,” zegt minister Gatz.

Cultuurparticipatie kent zo ook een belangrijke trend online. Mensen gebruiken steeds vaker het internet voor culturele behoeften: het aankopen van cultuurproducten, het checken van programmatie of openingsuren, het naslaan van informatie, het bekijken van allerlei kunstuitingen of om eigen creaties als blogs of filmpjes te posten. Toch ziet ook e-cultuur nog specifieke groepen over het hoofd. 

“Het internet kan de drempel voor cultuurparticipatie verlagen of mensen inspireren om naar een theater of circusvoorstelling te gaan. Maar nog niet iedereen heeft die mogelijkheid. Sommigen omdat ze geen internet hebben thuis, andere omdat ze te weinig kennis hebben over het wereldwijde web. Bibliotheken en andere ontmoetingsplaatsen kunnen daarbij soelaas bieden en ook mediawijsheid helpt. Het is dan ook een belangrijk accent in mijn beleid,” aldus Gatz. 

Contacteer ons
Eva Vanhengel Woordvoerster
Eva Vanhengel Woordvoerster
Over Sven Gatz

Sven Gatz
Brussels minister van Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken, Meertaligheid en Nederlandstalig Onderwijs

Kunstlaan 9
1210 Brussel