Reactie minister Sven Gatz op inval door sociale inspectie- en politiediensten bij Globe Aroma
Vooraleer te reageren op de actie van de sociale inspectie met politiesteun bij Globe Aroma in Brussel, heeft Vlaams minister van Cultuur, Media, Jeugd en Brussel Sven Gatz getracht meer informatie te verzamelen.
Zekerheid over de grondslag die tot de actie bij Globe Aroma heeft geleid, heeft minister Gatz nog niet gekregen, maar het gaat vermoedelijk om acties in het kader van het “Kanaalplan”. Hierbij kunnen het arbeidsauditoraat samen met politie en sociale inspectiediensten op pad gestuurd worden om een zaak te onderzoeken. Het initiatief zou in deze uitgegaan zijn van de Federale Gerechtelijke Politie.
Minister Gatz erkent dat deze diensten het recht hebben om controles uit te voeren, ook bij culturele organisaties of verenigingen. Hij dringt er wel op aan dat dergelijke controles op een respectvolle manier gebeuren en niet zo brutaal en gewelddadig zoals dat bij de inval bij Globe Aroma het geval was. Principes als transparantie, proportionaliteit en professionaliteit dienen bij alle inspecties - ook door politie en sociale inspecties - hoog gehouden te worden.
Minister Gatz beklemtoont tenslotte dat hij van cultuurhuizen in Brussel en ook in Vlaanderen meer dan in het verleden het geval was, verlangt dat zij openstaan voor de buurtbewoners en dat zij inspanningen leveren om via hun culturele activiteiten bij te dragen aan een voedingsbodem die sociale cohesie in de lokale gemeenschap bevordert, via participatie, emancipatie, positieve identiteitsontwikkeling en integratie. Het kan volgens de minister niet de bedoeling zijn dat cultuurhuizen of verenigingen de identiteit van hun bezoekers dienen na te gaan, noch dat de politie in het kader van een assistentie bij een sociale inspectie doelgericht overgaat tot het aanhouden of uitwijzen van mensen die geen geldige verblijfspapieren kunnen voorleggen.
Sven Gatz zal deze boodschap ook bezorgen aan de federale regering (Binnenlandse Zaken, Werk en Economie, Sociale Zaken en Bestrijding Sociale Fraude) en hierover met de bevoegde ministers in dialoog gaan.