Brusselse gezinnen krijgen gemiddeld 40 euro meer dankzij nieuwe regeling voor gezinsbijslagen

Sinds 1 januari 2020 vallen de gezinsbijslagen volledig onder de bevoegdheid van de gewesten. In Brussel is de regeling gelijker tussen de kinderen, en vooruitstrevender, omdat zij voor alle kinderen geldt. Ook is het model rechtvaardiger, omdat het de minst kapitaalkrachtige gezinnen uit de middenklasse ondersteunt. 159.276 gezinnen zullen de eerste betaling van de Brusselse gezinsbijslag ten laatste op vrijdag 7 februari 2020 ontvangen.

De gezinsbijslagen maken deel uit van de aangelegenheden die overgeheveld werden aan de gefedereerde entiteiten in het kader van de Zesde Staatshervorming en die rechtstreeks gevolgen hebben voor de huishoudens. Resultaat: sinds 1 januari zijn er in België verschillende gewestelijke regelingen voor de gezinsbijslagen van kracht.

In Brussel is de rode draad doorheen de regeling dat “niemand verliest en velen meer krijgen”. De nieuwe regeling wil egalitairder zijn door de rangorde tussen de broers en zussen af te schaffen, vooruitstrevender, want – in tegenstelling tot Wallonië – betreft het alle kinderen, en rechtvaardiger, aangezien meer dan een kwart van het budget voor de gezinsbijslagen verdeeld wordt in functie van het inkomensniveau van de ouders.

In Brussel zijn er 159.276 gezinnen. Van hen vallen 91.164 gezinnen onder de nieuwe regeling voor de gezinsbijslagen. Dat betekent dat deze gezinnen een hoger bedrag zullen ontvangen dan het bedrag dat ze begin januari hebben gekregen. De andere gezinnen, voor wie de oude regeling voordeliger was, zullen het bedrag behouden dat ze tot nog toe ontvingen en zij zullen pas naar de nieuwe regeling overschakelen wanneer deze voordeliger zal zijn.

“Gemiddeld zal elk Brussels gezin dat onder de nieuwe regeling valt, ongeveer 40 euro extra krijgen dankzij de nieuwe Brusselse regeling voor de gezinsbijslagen met een minimum van 23 euro en een maximum van 53 euro”, stelt Bernard Clerfayt, Brussels minister bevoegd voor de Gezinsbijslagen.

De nieuwe regeling voorziet voor kinderen geboren vóór 1 januari 2020 een basisbedrag van 140 euro voor kinderen tot 11 jaar, 150 euro voor kinderen van 12 tot 24 jaar en 160 euro voor kinderen van 18 tot 24 jaar die ingeschreven zijn in het hoger onderwijs. Voor de kinderen die na 1 januari 2020 geboren zijn, worden deze bedragen verhoogd met 10 euro om te komen tot 150 euro, 160 euro en 170 euro, naargelang de categorie.

Tot slot voorziet de Brusselse regeling ook sociale toeslagen in functie van het inkomen van de gezinnen. Voortaan zullen achtergestelde gezinnen en middenklassers met een bescheiden inkomen toeslagen krijgen waarbij rekening gehouden wordt met de samenstelling van het huishouden en met het inkomen van het gezin. Dat is een positieve maatregel, aangezien uit de sociodemografische gegevens blijkt dat het risico op armoede tweemaal hoger ligt in het Brussels Gewest dan op federaal niveau. Dankzij de nieuwe Brusselse regeling zou 63,5% van de gezinnen extra kinderbijslag moeten krijgen.

De jaarlijkse kosten van deze nieuwe regeling voor de gezinsbijslagen bedragen 869 miljoen euro. Dat is bijna een vijfde van het budget van het Gewest.

Minister Sven Gatz, bevoegd voor gezinsbijslag:  "Een pluim voor de Brusselse kinderbijslagfondsen en alle actoren die bij dit project betrokken zijn. Achter de schermen is flink gewerkt om de overheveling naar het nieuwe systeem foutloos te laten verlopen. De nieuwe betalings- en berekeningscircuits hebben alle mogelijke simulaties en tests doorstaan. Onze Brusselse gezinnen mogen niets van deze overheveling ondervinden, tenzij een hoger bedrag op hun rekening voor hen die er recht op hebben. Proficiat aan alle partners voor hun constructieve samenwerking. Ik heb er alle vertrouwen in dat de eerste betaling deze week goed zal verlopen. Fingers crossed."
 “De gezinsbijslagen blijven een fundamenteel recht dat vastgelegd is in de Belgische Grondwet. Deze nieuwe regeling voor de gezinsbijslagen dient om de Brusselaars te ondersteunen, en met name de meest kwetsbaren, in hun ouderrol”, besluit Bernard Clerfayt.

 

Eva Vanhengel Woordvoerder / porte-parole, Kabinet van Minister Sven Gatz

 

Ambtenarenzaken
Over Sven Gatz

Sven Gatz
Brussels minister van Financiën, Begroting, Ambtenarenzaken, Meertaligheid en Nederlandstalig Onderwijs

Kunstlaan 9
1210 Brussel